In mijn jonge jaren heb ik in Canada gewerkt. Vooral de periode in het hoge noorden van de provincie Manitoba was een oogopener wat betreft de natuur. Daar heb ik ook een Canadees leren kennen waar ik nog steeds(50 jaar later)contact mee heb. Wij bezoeken dan ook elke 4 jaar de Canadese wildernis op verschillende manieren. Mijn echtgenoot (Wilma) heeft dezelfde interesse en plant alle reizen behoorlijk tot in details. Ron, onze Canadees, is het tegenovergestelde. Hij vroeg in 1999 plotseling of we misschien een kanotocht wilden maken over een bekende rivier (Bloodvein) In 1800 nog gebruikt als transportroute vanuit de Hudson Bay naar de Verenigde Staten. Ook een trekpleister voor natuurliefhebbers, want je bent ver boven de bewoonde wereld vol met de meest fantastische diersoorten. Sportief als wij waren,zonder ervaring, stemden we gelijk toe. Toen we de eerste dag in Canada aankwamen vertelde hij dat alles gereed was. De rivierkaarten met 44 watervallen en stroomversnellingen lagen over de grond en de zwemvesten waren gerepareerd. We moesten alleen nog een paar duizend km rijden om kano´s e.d. op de juiste plek te krijgen.  De kanotocht zelf was maar 200 km peddelen met de stroom mee. Op onze vraag of we wel op tijd terug waren voor onze retourvlucht naar Nederland, kwam een schamper lachje en de boodschap dat er vaker vliegtuigen naar Nederland gaan. De Canadese begrippen van tijd zijn anders dan bij ons. We besloten daar maar in mee te gaan, want zo vaak krijg je de gelegenheid niet. Wij naar het startpunt met de auto van zijn schoondochter die ook graag meeging. De kano,s op de drijvers van het watervliegtuig gebonden en weg waren we de wildernis in. Aangezien we geen beschikking hadden over satelliet telefoons maakten we de afspraak met de piloot dat als we gezocht werden door het thuisfront hij over de rivier zou vliegen en dat wij duidelijk zouden maken waar we waren. Als we zelf problemen hadden konden we met het alarmpistool signaleren naar een vliegtuig dat dagelijks over de route kwam op weg naar Churchill. Na een vlucht van een  uur aangekomen bij Aikens lake waar we gedropt werden.

We hadden bij ons gedroogd voedsel zoals rijst,bloem e.d. De rivier zou ons moeten voorzien van eten en drinken. Zeer belangrijk waren de vishengels en gereedschap voor kampvuren en 3 tenten voor de nacht. Wat een mooie ongerepte natuur daar in het noorden weg van alle geluiden,vuilnis,vuile lucht enz. We zijn een eindje gaan peddelen tot we een vlak stuk vonden op de oever om de tenten op te zetten. Drinken hadden we niet meegenomen, dat is te zwaar om te sjouwen bij alle grote watervallen. De rivier is zo schoon, daar kun je gewoon uit drinken. De bevers kwamen nieuwsgierig kijken wie hun rust kwam verstoren, prachtige beesten gewoon voor de tent. De eerste nacht hoor je alles om je heen bewegen zonder te weten wat het voor dieren het zijn. De volgende dag begon het echte werk.We hadden  prachtig weer en waren vol goede moed. De eerste waterval gingen Ron en Gina gelijk ondersteboven en verloren veel kleding, hengels, gereedschap enz. een goede les, alles vastleggen dus met touw zodat het niet wegdrijft als je omslaat. Ondertussen hadden wij uit voorzorg de boot door de versnelling gelijnd aan een touw vanaf de oever. . Na een paar uur een waterval van 6 meter diepte dus alles uit het water, door het bos naar een plek om verder te gaan. Niet eenvoudig met al die spullen en boten.

”Voor de bescherming tegen beren hadden we pepper spray gekocht en s´nachts het voedsel  hoog in de bomen gehangen.”

Zo hebben we een paar dagen gepeddeld en van alles gezien en gehoord. De omgeving bestond uit bossen, meren en rotsen. Het dierenrijk bestond volgens onze informatie uit Zwarte beren, Elanden, Wolven,Bizons, Vis arenden, en niet vergeten het gevaarlijkse dier in de Canadese bossen de Wolverine (veelvraat) . We hebben ze bijna allemaal gezien. Prachtig ook de bevers en otters die lachend naast de boot met je meezwemmen en een grote timberwolf achter het riet. We zijn regelmatig ondersteboven gegaan, daar word je dus alleen maar nat van. Ook kwamen we, na mijn vraag waar we ongeveer waren er achter dat de kaarten met alle informatie over hoe de watervallen te nemen, nog op de grond lagen in het huis. Maar maak  je niet druk Dutchman het water brengt ons er wel. Lekker als je later via een groot meer zonder waterverplaatsing niet weet welke kant je op moet. Ondanks de mooie omgeving en rust  vraag je na de zoveelste stroomversnelling wel af wat je daar te zoeken hebt.

De 8e dag op de rivier kwam er een watervliegtuig overvliegen en landde vlak voor ons. Wij ongerust over een eventueel naar bericht maar nee hoor een groepje rijke Fransen wilden een tochtje maken over de rivier. Ze hadden alles bij zich sla,eieren,bier vlees ,satelliet telefoons enz. . De rivier stond volgens hun gids erg laag zodat de kaarten met de gegevens over de watervallen niet helemaal klopten. Volgens de gids kon je ons einddoel helemaal niet halen zonder de juiste begeleiding. We  zijn maar gelijk verder gevaren om bij ze weg te komen. Onze lichamelijke conditie werd steeds beter maar de honger kwam langzaam opzetten. Wat we ook probeerden er kwam al dagen geen vis aan de haak en dus niets te eten. Plotseling had Wilma beet en haalde een grote meerval uit het water. Ron stak een helpende hand toe en gooide de meerval terug in het water met de woorden, we eten geen grondvis. Hij is 2 dagen later toch overstag gegaan.

Een paar dagen later kwam er een bijzondere ervaring voorbij. We konden  niet op tijd een vlak stuk grond  vinden voor de tenten en kwamen  in het schemerdonker pas aan. Wilma hoorde in de verte al zware bromgeluiden maar ik dacht dat het  een moose(eland) was. Vermoeid als we waren en ook wegens de muskieten gingen we gelijk onder zeil. Plotseling een kreet door de nacht.

”Hé Dutchman we have a black beer behind your tent.”

Het was 5 uur s´morgens en best wel schrikken. Ik ging snel de tent uit en ja hoor precies achter de tent stond een grote donkere schim tegen ons te grommen. Wilma bleef gewoon liggen en dacht dat lossen de mannen wel op. Door veel geluiden te maken en het aansteken van een kampvuur ging onze vriend  langzaam terug het bos in. Hij bleef echter brommen en grommen op afstand. Ondertussen had Ron de pepper spray gevonden voor het geval de beer terug kwam. We zijn vroeg vertrokken nadat we gezien hadden dat het onze eigen schuld was. Er lagen diverse botten van dieren en een duidelijk pad naar de rivier. Dit was zijn plek om te gaan drinken. Weer een lesje erbij. Als de beer had gewild hadden we geen schijn van kans tegen zijn kracht gehad. Zwarte beren zijn van nature geen gevaarlijke dieren, maar in deze situatie wel. Vanaf dat moment lag de peperspray binnen ons handbereik en stopten we op tijd om een verantwoorde plek te vinden.

Na nog enkele dagen kwamen we bij de oversteek van de Winterweg die vanaf het zuiden doorloopt over het ijs van alle rivieren en meren naar Thompson een mijnwerkers stad. Ze kappen gewoon een baan van 10 mtr. breed en laten de sneeuw de gaten opvullen. Grote vrachtauto,s 40 ton kunnen dan over de sneeuw en ijs in een rechte verbinding naar alle reservaten, boorplatforms enz.

Even verder  kwamen we op de oever een bord tegen , Please make no contact with our children    Het bleek een kamp te zijn waar moeilijk opvoedbare rijke Amerikaanse jongeren tot zichzelf moesten komen op 200 meter uit elkaar.

Aan het eind van de River ligt een indianenreservaat waar we met een pont (6 uur varen) konden oversteken naar de truck, die in we daar geparkeerd hadden. De oversteek ging prima en het eerste wegrestaurant was voor ons . Het eerste normale voedsel in 14 dagen.Het  smaakte echter totaal niet. Terug in Winnipeg moesten we alleen nog even de andere auto ophalen bij het startpunt. De volgende morgen naar het vliegveld. Meer dan 2000 km gereden en 200 km gepeddeld  in 3,5 week.  We hebben nog vele tochten met hem gemaakt, maar deze was om nooit  te vergeten.